Volgens de routeplanner zou het maarliefst 2,5 uur duren van Haarlem naar Norg. Gelukkig was m’n broer zo aardig om me gezelschap te houden tijdens de schijnbaar eindeloze reis. In de buurt van Norg aangekomen zaten we niet meer op het spoor van de uitgeprinte ANWB routeplanner, maar gelukkig zagen we voor ons net een auto met daarop 2 mountainbikes inclusief KNWU stuurbordnummers de rotonde opdraaien. Schijnbaar twee jeugdrenners achterin, niet alleen vanwege de kleine fietsen (en dan bedoel ik niet alleen 26 inch wielen) maar ook vanwege de haast die de vrouw achter het stuur leek te hebben.
De jeugdcategorieën zouden immers voor de amateurs rijden, en ik had gepland zo anderhalf uur van tevoren aanwezig te zijn. Ik kom ook graag ruim op tijd voor een wedstrijd in verband met de nodige voorbereidingen, dus ik begreep de haast volkomen. Erachteraan dus maar, dan zou ik ook nog een paar minuutjes winnen op de planning. Onze voorligger leek de weg goed te kennen, want zonder enige indruk van zoeken achter te laten reed ze in behoorlijk tempo de ene na de andere bocht om. Toen we een kwartier later nog steeds slechts de 2 mountainbikes op de fietsendrager voor ons zagen begon de twijfel toe te slaan. Wie zei er ook alweer dat deze mensen naar de wedstrijd in Norg reden, en niet al naar huis? “Nee joh, die fietsen zijn helemaal schoon! Niet eens zand aan de banden!” Nog 5 minuten later begon de stress toch serieus te worden. We waren al vanaf “in de buurt van Norg” achter een auto aan het aanrijden waarvan we een steeds kleiner wordend vermoeden hadden dat hij dezelfde bestemming had als wij. Stress voor de wedstrijd ben je als wedstrijdrenner liever kwijt dan rijk, dus al snel besloten met behulp van wat verkeersmanoeuvres, die zeker geen schoonheidsprijs van Veilig Verkeer Nederland verdienden, aan de bestuurster van de auto voor ons te vragen waar ze eigenlijk naar toe ging… Of ik nou echt blij was met het antwoord weet ik niet meer, maar ik weet wel dat ik ongeveer 3 keer zo snel weer bij het beginpunt van onze achtervolging was. De adrenaline zat al op wedstrijdniveau voordat het parcours gevonden was.
Uiteindelijk toch nog zo’n 40 minuten voor de start aanwezig. In 5 minuten omgekleed en snel het rondje “verkend.” Echt warm rijden was er niet bij, maar dat viel toch al niet mee met deze temperatuur. In het startvak was het behoorlijk koud, en ik was dan ook blij met de Sportsbalm spierwarmer op de benen en de SforZSports armstukken om de armen. Na het startschot en enkele tientallen meters op hoge snelheid kon ik nog net uitwijken voor 2 renners van de voorste rij die voor me op het gras lagen. Achteraf gelukkig geen gewonden. M’n start was beter dan de afgelopen paar wedstrijden, maar nog steeds niet super. Gedurende de eerste helft van de startronde had ik teamgenoot Maarten vlak voor me zitten. Langzaam maar zeker raakte hij verder uit beeld. Het rondje was erg technisch, met veel korte klimmetjes en afdalingen in vrij mul zand. Korte bochtjes, een kleine drop-off en veel andere leuke technische stukken. Ik ben op dit parcours nog steeds erg blij met mijn keuze voor de Apex Torq 26. Dat betekent helaas niet dat ik alle 29ers achter me laat, maar deze fiets voelt gewoon erg wendbaar en direct op dit soort rondes.
Al snel had ik een groepje te pakken waarin de zwager van Maarten (dat hoorde ik later) de sterkste was. Hij was erg sterk, maar vergat af en toe te sturen. In de tweede ronde zag ik dat voor het eerst gebeuren. Ik zat op de derde plek, en de man op kop leek een bocht volledig te missen. Leek, want nog net op tijd kon hij het achterwiel door de bocht heen slippen. De man voor me zag het allemaal te laat en dook letterlijk overhet lint. Ik schoof op naar de tweede plek, maar was gewaarschuwd: Erbij blijven, maar niet alleen maar naar het achterwiel kijken. In de 4de ronde reed de beste man nog een keer rechtdoor het lint in. Op dat moment zat ik er niet zo heel fris meer bij, dus ook ik ging recht het lint in. Best gek eigenlijk op een punt waar je inclusief verkennen al 4 keer langs gereden bent… Na deze ronde nog vol doorgereden te hebben kwam daar eindelijk de finish. En de bel. "Wat, bel?" dachten we duidelijk allebei. "Die hadden we toch al gehad?" Blijkbaar was de eerste bel de bel voor de nieuwelingen, al waren die op dat moment nog in geen velden of wegen te bekennen. Het was duidelijk dat we allebei niet heel veel trek meer hadden in een laatste ronde. Het gat met de mannen voor ons was niet groot, maar was wel al 3 rondes constant. Weinig hoopvol. Achter ons was eigenlijk niemand te bekennen. Nog een ronde doorbuffelen, en rustig over de streep gereden. Ik kan er altijd nog een prima sprint uit persen, maar dat vond ik gezien de werkverdeling op z’n zachtst gezegd niet netjes. Het was een zware wedstrijd op een mooi, technisch en stoffig parcours. Ook wat saai in de zin dat ik vooral in het wiel van de uiteindelijke nummer 28 gezeten heb, maar toch tevreden met het top-30 resultaat in de eerste Topcompetitie. Op de terugweg lekker aan de Powerbar hersteldrank met de Compex op de benen en m’n broer achter het stuur. Deze week eerst een navigatiesysteem aanschaffen, en dan ontspannen toewerken naar de 2de Topcompetitie in Nieuwkuijk. Op naar de top 20!