Na een seizoen 2017 waarin ik door een verhuizing en alles wat daarbij kwam kijken aanzienlijk minder wedstrijden gereden heb, is de motivatie voor seizoen 2018 weer maximaal. Daarom eind december al het plan opgevat om het seizoen te beginnen met een mooie etappewedstrijd op een zonnige bestemming. De keuze viel al snel op de Andalucia Bike Race, een UCI C1 wedstrijd in het Zuiden van Spanje, bestaande uit 2 etappes vanuit Linares, 1 etappe vanuit Andújar en 3 etappes vanuit Córdoba. Karen had deze wedstrijd vorig jaar ook al gereden en was daarna erg enthousiast over de organisatie, het weer, en de parcoursen van de verschillende etappes.
Er waren slechts 8 weken over om me voor te bereiden op de Andalucia Bike Race na een vrij inactief seizoen. Dat is eigenlijk erg kort, maar de motivatie was hoog om in januari en februari toch de nodige trainingsuurtjes te maken. Hieronder een kort verslagje van het verloop van mijn wedstrijd per etappe.
Etappe 1 – Individuele tijdrit rond Linares - 32,66 km // 415 m+
De eerste rit was een individuele tijdrit van ruim een uur over een mooi en relatief snel parcours rond Linares. Er werd om de 20 seconden gestart zodat er voldoende ruimte tussen de verschillende renners was. Gelukkig had ik de dagen voor de race het volledige parcours van de tijdrit goed kunnen verkennen met Karen, Martin en Gerben. Hierdoor wist ik tijdens de rit precies wat me te wachten stond en dat is best een voordeel. De tijdrit zelf verliep, mede daardoor, erg goed. Ik kon al vrij snel beginnen met het inhalen van renners die voor mij gestart waren. Ik heb zo ongeveer 12 renner kunnen inhalen. Helaas werd ik zelf ook 2 keer ingehaald door renners die na mij gestart waren. Uiteindelijk goed kunnen doseren en een mooie vlakke race kunnen rijden, die goed was voor plek 33 in mijn categorie. Het niveau is hier duidelijk erg hoog maar mijn vermogenswaarden gaven voldoende vertrouwen voor de komende dagen.
Etappe 2 – Eerste XCM etappe rond Linares - 71,27 km // 1.164 m+
De eerste echte XCM etappe vond ook plaats rond Linares, in hetzelfde gebied waarin de tijdrit gehouden werd. In de tijdrit had ik hard genoeg gereden om in het eerste startvak achter de elite heren en elite dames te mogen starten. Helaas was er iets niet goed gegaan bij het uitprinten van de lijsten bij de start boxen waardoor mijn naam ontbrak op de lijst. Hierdoor moest ik alsnog een box naar achteren. Dat zou later toch wel een behoorlijk nadeel blijken. Al vrij snel na de start ging het parcours over in een singletrack waarop inhalen vrijwel onmogelijk was. Dit was meteen een goede les voor morgen om me bij de startopstelling wat assertiever op te stellen. Door de slechte startpositie ging het eerste deel van de etappe eigenlijk te rustig. Toen er weer wat ruimte ontstond om naar voren te rijden ben ik flink gaan rijden om wat tijd en posities goed te maken. Het werkt erg motiverend om dan een hoop mannen voorbij te rijden, maar het kost tegelijkertijd ook een hoop energie. Hierdoor kwam ik op een wat teleurstellende 46 plek over de streep. Het goede nieuws is in ieder geval dat het technisch allemaal vrij goed ging en ik heel aardige vermogens haalde.
Etappe 3 – Etappe vanuit Andujar - 70,14 km // 1.794 m+
Na 2 snelle etappes rond Linares verhuisde het gehele ABR circus naar Andujar. Rond deze plaats zou de derde etappe verreden worden. Het weer was nog steeds redelijk goed, al had het in de ochtend voor het eerst wel flink geregend. Bij de start was het weer droog, maar het parcours had toch wel aardig wat water gekregen. Later zou blijken dat dit nog maar het begin was. De etappe in Andujar was aanzienlijk minder snel dan de etappes in Linares en bevatte meer hoogtemeters en langere klimmen. Op papier dan ook een etappe die mij meer op het lijf geschreven is. Na de startperikelen van gisteren kon ik vandaag gelukkig wel in het juiste startvak plaatsnemen. Dit scheelde aanzienlijk. De start verliep vrij snel en wat hectisch waardoor ik wat naar achteren zakte. Op de eerste lange klim kon ik een mooie tempo vinden en heb ik heel veel (groepen) renners kunnen inhalen. Ondanks de etappe van gisteren die er toch wel redelijk ingehakt had, kon ik tot lang in de etappe hoge vermogens leveren. In de tweede verzorging kon ik mijn bidon aanpakken en beginnen aan veruit de meest technische afdaling van de hele ABR. Daar was ik niet helemaal op voorbereid dus ik merkte al snel dat ik me echt moest gaan focussen op deze lastige afdaling. De afdaling bestond uit een kilometers lange ‘rock garden’ met grote rotsblokken, keien en drops. Fouten zouden hier erg hard worden afgestraft. Gelukkig bleven die bij mij uit en heb ik de afdaling goed kunnen verteren. Dat viel helaas niet voor iedereen te zeggen. Na deze zeer lastige afdaling volgde nog een flink steile klim. Ook hier liep het allemaal nog vrij goed. Ook de laatste afdaling was nog erg technisch en hier en daar best gevaarlijk, maar gelukkig kon ik me goed blijven concentreren en zonder kleerscheuren de finish halen, met p33 als resultaat.
Etappe 4 – Koningsetappe vanuit Cordoba - 99,84 km // 2.331 m+
Na 3 etappes onder goede omstandigheden sloeg het weer na de derde etappe flink om. Dit was al lang van tevoren voorspeld maar was toch erg jammer. De vierde etappe zou de koningsetappe zijn (de Buff stage). Helaas werd de organisatie gedwongen de lastigste stukken uit het parcours te halen vanwege de extreme regen en wind, om de veiligheid van de renners te garanderen. Wat er overbleef was een etappe van nog altijd een kleine 70km onder zeer zware omstandigheden. Het is meteen duidelijk dat het in dit gebied niet vaak zo hard en veel regent. Het parcours was enorm nat en lag vol met diepe modderplassen. Dit maakte deze etappe – ondanks de inkorting – alsnog erg zwaar.
Daarnaast was deze etappe van zichzelf al vrij technisch. Doordat sommige stukken extreem nat waren lagen sommige afdalingen er erg glad en gevaarlijk bij. Om de risico’s wat binnen de perken te houden heb ik op sommige stukken gekozen voor lopen in plaats van fietsen. Dat deden vele anderen overigens ook.
Ondanks de slechte omstandigheden (zie de foto’s) toch wel heel erg genoten van deze etappe. Het liep allemaal erg goed en de techniek werd ook met de dag beter. Daarnaast is Cordoba echt een heel mooi gebied met fraaie technische singletracks, steile klimmen en lastige afdalingen. Deze etappe was veelbelovend voor het slot van deze etappewedstrijd.
Etappe 5 – Afgelast vanwege zeer slecht weer - 53,35 km // 1.364 m+
Toen we ’s morgens vroeg met het busje naar de start reden regende het onophoudelijk en kwam het water met bakken de lucht uit. Daarnaast stormde het erg hard en lagen er meerdere omgewaaide bomen op de weg richting de start. Aangekomen bij de start kregen we al snel door dat de gehele etappe afgelast werd. Ondanks dat dit natuurlijk erg jammer was, ben ik van mening dat dit de enige optie was voor de organisatie. Koersen onder deze omstandigheden met 750 deelnemers in een relatief afgelegen gebied zou zeer onverstandig zijn. Een onvoorziene extra rustdag dus.
Etappe 6 – Slotetappe vanuit Cordoba - 55,78 km // 1.021 m+
Helaas had het gisteren de gehele dag geregend. Ook vannacht was het geen moment droog geweest en er was op veel plekken in de buurt sprake van flinke wateroverlast. Ook voor de laatste etappe heeft de organisatie dus aanpassingen moeten maken aan de etappe. De etappe werd ingekort tot een afstand van slechts 35 kilometer. Omdat het parcours extreem nat was en ik geen overbodige risico’s wilde nemen, heb ik deze etappe relatief rustig uitgereden. Hierdoor viel ik wel uit de top 25 van het klassement, maar dat vond ik niet belangrijk genoeg om grote risico’s te gaan nemen. Ondanks de slechte weersomstandigheden in de tweede helft van de week is de ABR me zeer goed bevallen! Het is een professioneel georganiseerde wedstrijd met een deelnemersveld van zeer hoog niveau. (En dit jaar bestaande uit 37 verschillende nationaliteiten.) Met de beperkte tijd om me voor te bereiden op deze race ben ik zeer tevreden over hoe het ging. Dat geeft vertrouwen en moraal voor de rest van het seizoen!
Na een lange periode van aanzienlijk minder wedstrijden dan in andere seizoenen – vanwege een verhuizing en verbouwing – heb ik het rijden van marathons weer voorzichtig opgepakt in de Sauerland marathon in Grafschaft. Zonder enige training en dus zonder enige basis ging me dat redelijk goed af. Ik reed daar weliswaar de korte afstand maar wist toch nog op een 10e plek te eindigen. De honger naar de marathons was al groot, maar door Grafschaft werd die nog groter.
Daarom besloten in Daun de marathon van 85km te rijden. De dag van tevoren naar het natte Daun afgereisd. Het had hier al flink geregend en ik was wat bezorg over de wedstrijddag. Ook ’s morgens in het startvak regende het nog behoorlijk en dat was dan weer niet zo goed voor de moraal. Op het laatste moment het regenjackje en de beenstukken uit gedaan en gehoopt dat het verder droog zou blijven. Dat gebeurde niet. Kort na de start begon het alweer te regenen waardoor het toch al zeer natte parcours nog een stukje natter werd. Al vrij snel moest ik de eerste groep van een man of 20 laten gaan. Dat was ook een keuze want het was immers weer de eerste marathon over deze afstand in lange tijd en ik had nog steeds nauwelijks getraind. Onder deze omstandigheden zou de wedstrijd vermoedelijk zo rond de 4 uur in beslag nemen en zo lang heb ik dit jaar nog niet vaak op de fiets gezeten.
Achteraf bleek mijn terughoudendheid in het eerste half uur zich uit te betalen. Na enige tijd vond ik een mooi groepje met 2 rappe Belgen waarvan ik er een kende van de Transalp van vorig jaar. Een mooie tijd samen konden rijden en een hoop renners van verschillende afstanden op kunnen rapen. Ondanks de minimale voorbereidingen kon ik een heel vlak vermogen blijven rijden en wat me nog meer verbaasde was dat het ook technisch heel aardig ging. Het feit dat er in Daun veel afstanden door elkaar rijden geeft – wanneer het goed gaat – ook veel moraal omdat je een hoop mensen in kunt halen.
Uiteindelijk kon ik tot het eind van de wedstrijd zonder verval blijven rijden. Na afloop snel naar de auto om iets droogs aan te trekken na 4 uur in de modder en regen. Bij het bekijken van de uitslagen toch een wat dubbel gevoel nadat ik zag dat ik op 1 minuut na het podium gemist had. Die minuut had ik waarschijnlijk nog wel harder kunnen rijden wanneer ik had geweten dat het podium erin zat. In ieder geval is dit weer een mooie boost voor de moraal voor het laatste stukje van seizoen 2017!
Al enkele jaren bedenk ik me pas wanneer ik al een paar uur onderweg ben dat ik de Saarschleifen Bike Marathon eigenlijk veel te ver weg vind om steeds weer te rijden. Meer dan 5 uur in de auto voor een wedstrijdje is gewoon heel veel, en dezelfde tijd is ook weer nodig voor de terugweg. Ook dit jaar liep het weer zo. “Volgend jaar rijden we deze echt niet meer hoor.”
Wat anders was dan de afgelopen jaren, is dat ik dit jaar de Saarschleifen Bike Marathon rijd terwijl ik net terug ben uit de Transalp. Na 7 zware etappes in de Alpen en een week van relatieve rust ben ik nog niet 100% uitgerust. Ik besluit dan ook voor het eerst in jaren van start te gaan op de middenafstand. In de SBM betekent dat een enkele ronde van 53 kilometer met circa 1200 hoogtemeters. Na alles van de afgelopen maanden op papier een heel makkelijk ritje.
Doordat ik het besluit over de middenafstand pas een avond van tevoren nam, moest ik mijn inschrijving voor de lange afstand nog even om zetten en kwam ik niet in aanmerking voor een startplaats op een van de eerste rijen. Nu stond ik gelukkig ook niet heel ver naar achteren, maar ik schat zo rond plek 50. In Saarschleifen is dat niet ideaal vanwege het verloop van de start: Na 100 meter een haakse bocht naar links, gevolgd door nog een haakse bocht naar links en weer een haakse bocht naar rechts. Als je daar bij de eerste 25 zit heb je meteen een gaatje. En dat gebeurde ook. De eerste 25 reden mooi in een groepje voor me en van alles wat daarachter reed was ik de enige met serieuze plannen om dat gat nog dicht te rijden. Er stond echter aardig wat wind en na een kilometer of 2 besloot ik dat het een goede keuze was om niet de lange afstand te rijden en dat ik dat gat met de kopgroep niet meer dicht ging krijgen. Gelukkig zakten langzaam maar zeker de eerste mannen terug uit de kopgroep, en reed ik al snel niet meer alleen. Een aantal van hen moesten ook bij mij vrij snel weer lossen, maar na een kilometer of 12 reed ik samen met 1 andere renner in een mooi tempo. Zelfs na 12 kilometer zagen we de kopgroep af en toe nog rijden, dus het gat was nog niet heel groot.
De Duitser waarmee ik samen reed slaagde erin op het vlakke en het vals plat een behoorlijk tempo te rijden. Gelukkig vielen de steile stukken hem zwaar en was hij ook niet heel erg technisch. Daardoor konden we aardig samenwerken en raapten we nog een renner op, een Australiër waarvan ik tijdens de wedstrijd dacht dat het een Fransman was. Met z’n drieën reden we lang samen. Ik ken het parcours inmiddels vrij goed en wist dat het zwaartepunt in de laatste 7km zit. Dat wist de Australiër gek genoeg ook en nadat ik op het vlakke vol op kop naar de voet van de steile klim gereden was waar de finale zou beginnen, draaide hij net voor mij het parcours op. Hij was hier blijkbaar ook eerder geweest. Ik wist dat deze steile klim mijn kans was om weg te rijden maar de Australiër zat dus inmiddels voor me. We sprongen gelijktijdig van de fiets om het eerste steile stukje op te lopen / klauteren en op dat stukje kon ik met een paar grote stappen voor hem uitkomen. Ik sprong snel op de fiets en reed full gass het steile stuk op. Aangemoedigd door alle toeschouwers langs de kant slaagde ik erin een aardig gat te slaan en besloot ik vol door te trekken en niet meer om te kijken. Het laatste stuk was nog erg zwaar en ook de vele achterblijvers op dit stuk maakte het een uitdaging om hier geen tijd te verliezen.
Geen tijd verliezen lukte goed, want uiteindelijk was ik overall 11de in de bergsprint, die begon bij het begin van de steile klim en eindigde op de finish. Ik haalde in het laatste stuk nog een andere renner in en eindigde zo op de 12de plek algemeen en op de 6de plek bij de masters-1. Het gevoel werd gedurende de wedstrijd steeds beter en ook de power meter bevestigde dat het een prima wedstrijd was. Conclusie: het lijkt erop dat ik aardig hersteld ben van de Transalp en dat ik klaar ben voor deel 2 van het seizoen.
Nadat Saalhausen vorig jaar geen marathon georganiseerd had stond er gelukkig voor dit jaar weer een marathon op het programma. Dit jaar telt deze marathon ook weer mee voor de marathon cup. De laatste keer dat ik in Saalhausen reed werd er een – voor Duitse begrippen – uitdagend parcours voorgeschoteld met een paar mooie technische stukjes en vooral veel hoogtemeters.
Ook dit jaar had de organisatie weer zijn best gedaan een mooi parcours uit te zetten, al was het wel iets minder technisch dan ik me kon herinneren. Of het parcours echt heel anders is weet ik niet zeker.
Ook vandaag stond ik met teamgenoten Frank, Nard, Roel en Maarten mooi vooraan op de eerste startrij. Na een korte neutralisatie reden wij met z’n 5en op kop van het peloton de startklim op. Roel reed er al snel alleen van door, en volgens mij hebben ze Roel nooit meer terug gezien. Hij was vandaag duidelijk de sterkste en mocht uiteindelijk als overall winnaar het podium op. Achter Roel ontstond een klein eerste groepje, waar Maarten en Frank bij zaten, en Nard en ik net niet. Na enige tijd achtervolgen kon ik toch wat naar voren rijden, en zo kwam ik al snel bij Frank in de buurt te zitten. De eerste klim was behoorlijk lang, en zo halverwege de eerste klim had ik een mooi tempo te pakken. Net niet hoog genoeg om de kopgroep bij te kunnen houden, maar daar vlak achter.
Helaas merkte ik al snel dat ik me niet helemaal goed voelde. Ik had (weer) wat last van mijn maag, en ook al snel van de warmte. Dat is doorgaans een slechte combinatie. Wanneer je met warm weer last van je maag hebt is het lastig om voldoende eten en drinken tot je te nemen, en daar heb je juist met warm weer zoveel behoefte aan. Doordat ik moeite had met eten en drinken moest ik het tempo al snel weer wat laten zakken, en zo kwamen Frank en ik na ongeveer een uur koers weer samen te rijden. Met ons reden nog 2 renners; 1 voor de lange afstand en 1 voor de korte afstand.
Frank en ik bleven vanaf dat moment de hele koers samen. Frank nam hierbij vrijwel al het kopwerk op zich, en ik kon vandaag niet meer dan volgen. Pas toen ik vanaf kilometer 80 mijn beide bidons met water had laten vullen begon eindelijk de misselijkheid wat af te nemen en kon ik ook weer wat eten. Dat was echter wel veel te laat, want het beste was er wel af en ik begon af en toe wat kramp te krijgen.
Frank en ik liepen nog in op 2 renners die vlak voor ons zaten, en aan de achterkant zat Nard redelijk dichtbij. Frank en ik wisten nog 1 man in te halen, maar de andere renner moesten we laten gaan. Niet geheel tevreden kwam ik zo als 9de overall over de streep. Goed voor wederom een 5de plek in mijn categorie. Helaas besloot de organisatie in alle categorieën de eerste 5 renners te huldigen, behalve op de lange afstand. Het podium is niet ver weg, maar het veld is sterk en vandaag zat er niet meer in dan dit.
De MTB marathoncup is al even begonnen. Voor mij was de Ruhrsee marathon echter de eerste wedstrijd in de cup die op de kalender stond. Ik was nog nooit in Einruhr geweest, en was positief verrast toen ik opzocht waar het plaatsje lag en constateerde dat het een keer redelijk in de buurt was. Karen en ik arriveerden op zaterdagmiddag in Einruhr. We hadden het plan om nog even de benen los te fietsen, maar helaas regende het continue en besloten we hier van af te zien. In plaats daarvan een rondje gelopen door het dorp, en aan het eind van de middag even naar de XC eliminator gekeken. Gelukkig voor de organisatie en de deelnemers werd het vlak voor de start van de eliminator wedstrijd droog. Het parcours was inmiddels echter al volledig doorweekt en hier en daar behoorlijk glad. Dat zou voor de marathon niet anders zijn.
Gelukkig was het zondagochtend mooi droog en zonnig weer, met een aangename temperatuur. Ik stond op de 2de rij in het eerste startvak, met om me heen een hoop snelle mannen. Nu zelfs het rondje losfietsen van gisteren was komen te vervallen had ik deze week wel heel erg weinig op de fiets gezeten en was het even afwachten hoe de benen zouden voelen. De start was geneutraliseerd. Achter 2 quads aan reed het peloton het dorp uit. Dat was maar goed ook, want gek genoeg was de startlus niet vrij van andere weggebruikers en kwamen we zelfs tegenliggers tegen! Samen met ploeggenoten Roel en Nard zat ik direct achter de quads en zo reden wij als eerste 3 het veld in. Op de eerste startklim besloot ik niet bij de kopgroep te blijven maar in plaats daarvan enigszins behoudend naar boven te rijden. Zo vormde zich al snel een tweede groepje met daarin 2 voor mij onbekende Duitsers, Nard en ik. Dit groepje bleef een heel poosje bijeen. Een van de 2 Duitsers nam op de wat vlakkere stukken een groot deel van het kopwerk voor z’n rekening. Met de wind die er stond was dat niet verkeerd. Op het vlakke ging het me hard zat.
Het eerste uur voelde ik me niet geweldig. De benen voelden wat ‘slap,’ ik had last van mijn maag en kon daardoor weinig eten en drinken binnen krijgen. Dat gevoel bleef lang hetzelfde. In de enige technische afdaling van het parcours verloor ik een aantal seconden op Nard en de sterke Duitser. Deels kwam dat doordat ze beiden behoorlijk hard daalden, maar voor een deel ook doordat de andere renner die voor me zat vrij moeizaam daalde. Onderaan de afdaling zag ik de voorste 2 niet meer rijden. Dat was balen. We hadden een mooi groepje. Ik was de andere renner inmiddels voorbij en besloot een poging te wagen het gat dicht te rijden. Na een minuutje zag ik mijn 2 eerdere compagnons weer rijden en dat motiveerde me om nog even flink gas te geven. Ik zat er vrij snel weer bij. De benen waren zo slecht nog niet. Na circa 1,5 uur besloot ik dan ook, onder aan een lange en niet zo steile klim, dat het wel iets harder mocht. Ik ging voorop rijden en reed een redelijk tempo omhoog. Toen ik even later om keek had ik een aardig gaatje, maar was ik nog lang niet boven. Ik besloot nog even door te rijden. Het laatste stuk ging een ski-helling op en was behoorlijk steil. Eenmaal bovenaan was het gat op de 3 mannen achter me redelijk groot. Ik besloot wederom om maar door te rijden. Na een poosje raapte ik nog een renner op die voor me reed. Hij pikte even aan, maar dat was van korte duur. Weer even later zag ik Cyril Klijnen voor me rijden. Hij was me op de startklim vrij hard voorbij gekomen. Ik wist het gat dicht te rijden en bleef een poosje samen met Cyril rijden. Weer even later haalden we samen een Duitser in die behoorlijk stil gevallen was. Deze man pikte bij ons aan, en slaagde erin om erbij te blijven. In een afdaling met veel scherpe stenen kreeg Cyril pech, en zo waren we nog met z’n 2en over.
De rest van de laatste ronde bleven we samen en konden we het werk vrij goed verdelen. Uiteindelijk moest ik mijn laatste compagnon van de dag op het laatste stukje singletrack laten gaan, doordat het daar erg druk was met wandelende fietsers die het allemaal wat lastig vonden. Na 4.19 kwam ik behoorlijk moe en redelijke tevreden als 9de overall over de streep. Voor het open Nederlands Kampioenschap was dat goed voor een 5de plek. Nu op naar Saalhausen, de volgende wedstrijd voor de cup en voor mij de laatste wedstrijd voor de Transalp.
Mark – AlpenTour Trophy 2016
Inmiddels al voor de derde keer aan de start van deze mooie etappewedstrijd in Oostenrijk. Het parcours van de 4 etappes is in de afgelopen jaren niet heel veel veranderd, maar toch verveelt deze wedstrijd niet. Dit jaar reed ik de AlpenTour Trophy vooral in dienst van de Transalp, die ik over een maand samen met Peter van Mil zal rijden.
Etappe 1 – Hauser Kaibling
Na de gebruikelijke voorbereidingen, het eindeloos controleren van het weerbericht en de ook gebruikelijk nervositeit stond ik een twintigtal minuten voor de start ongeveer halverwege het vrij volle startvak. Ik was in mijn beleving redelijk vroeg, maar stond een stuk verder naar achteren dan ik gehoopt had. Ik wist nog dat dat in deze etappe een nadeel was, omdat er vrij vroeg in de etappe een stuk singletrack zit waar je maar beter van voren kunt zitten.
De eerste kilometers werden geneutraliseerd verreden, en hier kon ik gelukkig vrij snel naar voren opschuiven. Onder regenachtige condities zat ik bij de eerste singletrack voldoende vooraan in het peloton om gewoon te kunnen blijven fietsen. Dat scheelt. Het eerste stuk van het parcour van vandaag was meteen het meest technische, maar duurde niet heel lang. Sowieso was de etappe van vandaag op papier de eenvoudigste, met slechts 1 serieuze klim.
Na een klein uurtje koers voelde ik me nog steeds uitstekend. Het slechte weer hielp hierbij, want in slecht weer doe ik het vaak beter dan met wat hogere temperaturen. Toen ik bij verzorger Maarten langs kwam rijden in de eerste verzorgingspost was ik dan ook de eerste van de renners die hij zou verzorgen. Ook zat ik voor veel mannen die ik normaliter vaak achter me moet laten. Na de verzorgingspost begon al snel de eerste klim. Ondanks dat ik een mooi groepje had, vertelde mijn power meter me dat het beter was het gehele groepje maar te laten rijden. Daar komt het nut van de power meter tijdens een wedstrijd dan weer mooi naar voren. De overige 4 mannen in mijn groepje begonnen de lange klim met een tempo dat ze, op basis van het tempo tot nu toe, waarschijnlijk niet vol zouden gaan houden. Dat klopte ook. Zo halverwege de lange klim had ik iedereen van het oorspronkelijke groepje weer ingehaald. Op het laatste steile stuk van de klim had ik nog wat over en kon ik nog even flink doorrijden. Dat was met deze omstandigheden sowieso het beste, want het was nat, koud en bovenop de Hauser Kaibling zeer mistig. Ik zag de verzorgingsplek bovenop dan ook pas toen ik er middenin reed, en daarmee was ik te laat om even iets aan te pakken. Dat was jammer. Nu maar zo snel mogelijk naar beneden in de hoop dat het wat warmer zou worden. Een paar honderd hoogtemeters lager was de temperatuur een stuk beter, en voordat ik het wist, begon ik aan de laatste downhill van de dag. Deze downhill hadden we gisteren met mooi weer verkend, maar lag er vandaag compleet anders bij. Glibberend en glijdend naar beneden, en maar net op de fiets kunnen blijven zitten. Het goede gevoel van vandaag werd beloond met een mooie 5de plek, waar ik zeer tevreden mee was.
Etappe 2 – Hochwurzen
De volgorde van de etappes was dit jaar een beetje anders dan andere jaren. De etappe van gisteren was relatief kort en snel. Vandaag alweer een stukje langer, en morgen de koninginnerit. Ik had me gisteren niet gespaard. Toch sprak de etappe van vandaag me erg aan, en waren de benen goed. De eerste klim was meteen de langste, en daaraan begonnen we al vrij snel. Ook vandaag ging het klimmen uitstekend, en kon ik met een mooi vlak vermogen omhoog rijden. Ook vandaag was het echter druk in het startvak en stond ik zelfs nog iets meer naar achteren dan gisteren. Hierdoor duurde het even voordat ik op de positie reed waar ik hoorde. Na de eerste lange klim volgde een afdaling met afwisselend snelle schotterpaden en soms zeer technische stukken. Helaas liepen de technische stukken niet zo geweldig, en verloor ik hier de nodige tijd ten opzichte van mijn concurrenten. Deze tijd wist ik dan op het vlakke en bergop wel weer goed te maken, maar dat kost natuurlijk een hoop energie.
Ook de tweede lange klim van de dag liep prima. Het eerste gedeelte van de tweede klim was redelijk steil, en daar houd ik wel van. Ik kon daar dan ook snel weer wat van de verloren tijd in de afdaling goed maken en naar voren opschuiven. Na het verzorgingspunt halverwege de tweede klim ging de klim over naar zeer steil. Ook dat liep vrij goed, en waar veel anderen regelmatig even van de fiets moesten kon ik blijven rijden. Zo reed ik het laatste deel van de klim met Leander Hamelink en Bart Brentjens omhoog, en zag ik Bart en Juul niet ver voor me rijden. Voor mij was de top van de tweede klim het punt waar de ellende begon. Ik bevond me in een prachtige omgeving vol met rotsen, sneeuwresten, meertjes en beekjes. Dat zag ik echter pas later op de foto’s. Tijdens de koers zag ik vooral rotsen en een eindeloos durende afwisseling van stukjes die net wel en net niet te fietsen waren. Ook hier verloor ik tijd. Voor een deel op techniek, maar voor een deel ook doordat ik wat voorzichtigheid in acht nam voor het materiaal. Met al die rotsblokken en scherpe stenen was het risico op mechanische problemen mijns inziens bijzonder groot. Toen aan dit lange stuk met veel loop-, klim- en klouterwerk eindelijk een eind was gekomen, begon vervolgens de zeer steile afdaling. De vermoeidheid begon inmiddels ook z’n tol te eisen, en de renners voor me waarop ik me wilde richten waren weg. Na enkele kilometers van relatief lastig afdalen werd het gelukkig allemaal wat sneller een eenvoudiger. Op die stukken kon ik eindelijk weer echt even doorrijden, en zo kwam ik nog steeds op een fraaie 8ste plaats over de streep. Vandaag had de etappe er echter aanzienlijk meer ingehakt dan gisteren.
Etappe 3 – Dachstein
Niet helemaal fris meer. En dan de koninginnerit. 3100 hoogtemeters vandaag, in 68 kilometers. Geen extreem lange klimmen, maar wel veel steile stukken. De start was hetzelfde als op de eerste dag, en ondanks dat ik weer ruim van te voren aanwezig was, stond ik nog steeds vrij ver naar achteren. Het duurde dan ook lang voordat ik teamgenoot Maarten zag rijden. Hij had een goede start, maar moest op de eerste klim even recupereren. Dat was het moment waarop we samen kwamen en waarop het duidelijk was dat we allebei geen super dag hadden.
Dat was dan ook het begin van een lange samenwerking, waarbij Maarten af en toe even op mij wachtte, en ik af en toe even op Maarten. Zo sleepten we elkaar door deze zware etappe heen. Deze etappe was op papier de zwaarste, en voor mij in de praktijk ook. Ik was na net iets meer dan 4 uur blij dat het erop zat. Vandaag 9e in de daguitslag.
Etappe 4 – Planai Schafalm
Na een goede massage van verzorger maarten waren de benen vandaag weer prima. Ongelofelijk dat dat een goede sportmassage na 3 zware etappes zoveel voor je kan doen! In principe vandaag een makkelijke rit. Ongeveer een uur op een zo hoog mogelijke snelheid naar boven rijden in de klimtijdrit van 14kilometer en met 1300 hoogtemeters. Wat de etappe wel zwaar maakt, is dat de klim niet over het asfalt loopt, maar zeer onregelmatig is en alles heeft van relatief vlak tot zeer steil en van schotter tot nat gras en stenen. De startvolgorde werd bepaald door het klassement in iedere categorie, waarbij de laagst geklasseerde renner eerst startte en de hoogst geklasseerde renner als laatste. Het eerste deel van de tijdrit was relatief vlak. Het duurde dan ook erg lang voordat ik voor me gestartte renners in begon te halen. Na een paar kilometer reed ik even samen met Maarten. Dat was vlak voordat het echt steil werd. Op de steile stukken begon het bij mij echt goed te lopen. Daar waar veel anderen van de fiets moesten kon ik door blijven rijden en haalde ik veel mensen in. Een goede tijd was haalbaar. Na het laatste steile stuk vlakte het wat af en reden we op een breed schotter pad. Dat was voor het ritme niet zo goed, en daar had ik het dan ook zwaar. Op het eind van de rit nog een singletrackje met wat wortels, gevolgd door de laatste paar honderd meter op een breed maar zeer steil schotter pad. Door de vele aanmoedigingen (ik weet niet eens van wie allemaal) kon ik ook in de laatste meters nog aardig doorrijden, en zo finishte ik tevreden in een tijd van 1.02.59. Even had ik de hoop dat dit goed genoeg was voor een podiumplek, maar helaas moest ik het doen met een 7de plaats.
Al met al ben ik zeer tevreden met hoe het deze 4 dagen ging. Vooral bergop rijd ik op dit moment erg makkelijk, en dat is met het oog op de marathons die nog komen, en in het bijzonder de Transalp, een fijn gevoel. Nu eerst even een weekje rustig aan, en dan nog 1 pittig trainingsblok tot aan de Transalp!
Het bikefestival Willingen is een van de grote bekende bike festivals in Europa waarop allerlei grote mountainbike teams en merken aanwezig zijn. Het 3 dagen durende evenement bestaat onder andere uit wedstrijden in zo’n beetje alle mountainbike disciplines, waarin het startveld gevuld is door alles van pure liefhebbers tot internationale top.
Ook het startvak van de marathon op zaterdag was heel erg gevuld. Voor mij was de keuze eens niet op de langste afstand gevallen, omdat ik de volgende dag nog een marathon in Rhens zou rijden. Maar, met een afstand van 95km en 2700 hoogtemeters was ook de ‘midden’-afstand toch echt wel als marathon te classificeren. De verschillende afstanden startten tegelijk en al om 07:30 ’s morgens. Omdat we in een dorpje op zo’n 30km verderop verbleven, betekende dit dat de wekker om 05:00 ging en dat we om 05:30 aan het ontbijt zaten. Nu kan ik de hele dag goed eten, met uitzondering van ’s morgens vroeg. Als het dan ook nog eens heel vroeg is dan is het voor mij echt een kwestie van eten omdat het moet. Anyway, een half uur later waren we klaar voor vertrek naar Willingen.
Na een veel te korte warming up een plekje uitgezocht in het startvak. Iets verder naar achteren dan ik wilde. De start werd echter geneutraliseerd en zo kon ik nog tijdens de neutralisatie een beetje opschuiven. Op de lange eerste startklim kon ik vervolgens steeds meer plekken goedmaken, totdat ik zo rond plek 60 reed in het peloton met renners voor de 3 verschillende afstanden. Een nadeel van deze wedstrijd is dat het niet aan het startnummer te zien is wie er op welke afstand rijdt. De eerste kilometers ging het voor mij redelijk rustig aan. Ik ben geen fantastische starter en in mijn betere wedstrijden rijd ik eigenlijk altijd gedurende de wedstrijd verder naar voren.
Op circa 3 kwartier wedstrijd kwam ik met 2 mannen te rijden die voor dezelfde ploeg reden. Dat was dan wel een groepje, maar gezien de snelheid van de wedstrijd en de nog af te leggen afstand wel een heel klein groepje. Het wisselende tempo dat deze mannen aanhielden bevestigde voor mij dat dit maar niet het groepje voor vandaag moest zijn. Gelukkig reed vlak achter ons een grote groep met daarin een aantal bekende hardrijders, waaronder Michel Pannekeet en Huub Tankink. Daarnaast een groot aantal voor mij onbekende Duitsers. Een aantal mannen in deze groep wilden en konden wel rijden, en zo werd er weer aardig tempo gemaakt. Op een van de vele lange klimmen besloot ik dat het harder kon, en reed ik weg van deze nog steeds vrij grote groep. Voor me was op dat moment echter niemand te zien, en na een minuut of 10 sloten er weer een paar overgebleven renners uit de eerder zo grote groep bij me aan. Met een man of 5 reden we vervolgens lange tijd samen.
Na zo’n 65 kilometer begon ook dit groepje wat breukjes te vertonen. Uiteindelijk moesten er 3 mannen lossen waardoor ik samen met mijn compaan van de dag, een beresterke doch vriendelijke Duitser met de naam Andreas Hunkel kwam te rijden. Daar waar het echt steil werd was ik iets sterker, waar het vals plat was was hij iets sterker. Grosso modo waren we precies even sterk. Wanneer je precies even sterk bent en het werk goed verdeeld kun je aardig tempo blijven rijden. En dat gebeurde ook. Wanneer je precies even sterk bent en het werk goed verdeeld, rijd je niet alleen lekker door, maar ga je ook allebei even erg naar de kl***. Dat gebeurde ook. Bij iedere keer dat Andreas overnam ging mijn gezicht iets meer op ‘standje moeilijk’ staan. En andersom. Na een kilometer of 90 haalden we door ons strakke tempo Lars Lindemann nog in, de uiteindelijke winnaar in de Masters-2 categorie. Inmiddels waren wij tweeën zodanig om zeep dat het ons niet meer uit maakte wie er eerder over de streep zou rijden. En zo bepaalde het toeval de laatste vragen over de uitslag. Andreas zag het allemaal zodanig onscherp dat hij 200 meter voor het einde zomaar linksaf sloeg waar we rechtdoor moesten. Na wat roepen door het publiek begreep hij dat hij verkeerd zat, maar toen was ik al gefinisht. Op plek 18 algemeen. En gezien de sterkte van het startveld ben ik daar echt dik tevreden mee!
Vorig jaar was deze marathon onderdeel van de SforZ MTB marathon cup. Ik had hier vorig jaar erg genoten van het parcours, dat een stuk afwisselender en technischer is dan de meeste andere marathons in Duitsland. Helaas kwam ik vorig jaar niet verder dan de helft, omdat een er een tak omhoog kwam van het achterwiel van de renner voor mij, die een vernietigend effect had op mijn achterderailleur. Afgezien van deze pech had ik goede herinneringen aan deze marathon.
Dit jaar geen onderdeel van de cup, maar toch besloten deze wedstrijd graag weer te rijden. De omstandigheden waren prima, en de verkenning op zaterdagmiddag leerde dat het parcours er mooi droog bij lag. Door de droogte waren de vele hobbelige paden door de weilanden inmiddels keihard geworden. Een fully zou op dit parcours geen overbodige luxe zijn.
Na de warming-up met Frank, Roel en Karen stond ik naast Roel op ongeveer de derde rij in het startvak. De eerste snelle kilometers kon ik nog mooi wat plekken naar voren schuiven, maar al snel ontstond er een kleine kopgroep waar ik niet bij zat. Het tempo van de kopgroep lag echter sowieso veel te hoog, dus in de tweede groep zat ik prima op mijn plek. Na een klein half uurtje was ’t peloton aardig in een plooi gevallen. Ik zat in een mooi groepje met Leander, Gunther, twee Duitsers en teamgenoot Frank. Frank was zojuist aan de achterkant aangesloten, nadat hij om een nogal bijzondere reden de start volledig gemist had. Zie daarvoor het verslag van Frank…
Met nog zo’n 85 kilometer te gaan was het vooral m’n bedoeling om in dit groepje te blijven. Het tempo wisselde nogal, afhankelijk van wie er op kop reed. Leander en Gunther waren duidelijk in goeden doen en deden dan ook het grootste deel van het kopwerk. Ik kon het tempo goed volgen. Als we dit tempo vast zouden houden dan zouden we zeer waarschijnlijk in de laatste 30 kilometers nog wel een aantal stil gevallen renners uit de eerdere kopgroep oprapen. Het tempo vasthouden lukte tot kilometer 65 prima. Ruim over de helft en het gevoel was nog goed. Helaas waren beide bidons nu echt al een tijdje leeg en moest ik stoppen bij de verzorging om deze bij te laten vullen. Dat schoot niet heel erg op. Hoelang het precies geduurd heeft heb ik niet bekeken, maar mijn groepje was in ieder geval weg. Ondanks de aanmoediging van Hennie om er weer naar toe te rijden, had ik die hoop al snel opgegeven.
Totdat ik een minuut of 10 later m’n eerdere groepje weer zag rijden op een lange klim. Het verschil was dus niet veel groter geworden. Ook zag ik dat Frank het groepje moest laten gaan. Ik kon vervolgens naar Frank toe rijden, en samen konden we het tempo weer wat opvoeren. Zoals dat in een team hoort verdeelden we het werk een beetje, waarbij Frank de vlakke stukken en afdalingen meestal voor z’n rekening nam, en ik meestal het klimwerk. Dit ging tot en met kilometer 96 uitstekend. We haalden inderdaad de nodige renners in, en schoven zo richting de top 20 van het veld.
Helaas was mijn achterband al vanaf kilometer 20 langzaamaan steeds een beetje zachter aan het worden. Zo rond kilometer 90 merkte ik in de afdalingen al dat ik enkele keren mijn velg voelde en in de bochten bleef de band er nog maar net op zitten. Ik wist dat er nog een redelijk snelle afdaling zou komen met wat stenen, en kon niet het risico nemen dat de band van de velg zou klappen. Ik meldde Frank dat ik even snel zou stoppen om wat bij te pompen, en Frank zou rustig door rijden. Om precies te zijn, duurde het bijpompen met een patroontje 1 minuut en 16 seconden. Op een race van 4 uur en 45 minuten is dat normaal gesproken niet belachelijk lang. Helaas werd ik in die 1 minuut en 16 seconden door meerdere renners gepasseerd, waardoor ik in de laatste 8 kilometer van de wedstrijd maar liefst 4 plekken verloor! Doorrijden was absoluut geen optie, maar het is jammer dat deze pech me een plek bij de eerste 20 kost.
Goed nieuws is er gelukkig ook. De Exceed rijdt op de hobbelige paden (dankzij de VCLS seatpost?) alsof je op een fully zit, en is zowel berg op als berg af echt een heel snelle fiets. Daarnaast ben ik zelf, met de BEMC in de benen, prima in orde. Volgende week rijd ik op zaterdag de marathon van Willingen, en staat op zondag de opening van de SforZ Continental MTB marathon cup in Rhens op het programma. Het laatste wedstrijdweekend voor de start van de Alpentour Trophy in Schladming.
Voor mij staan er dit jaar maar liefst 3 etappewedstrijden op de kalender. Ter voorbereiding op de zwaarste van de 3, de Transalp, rijd ik in juni de Alpentour Trophy in Oostenrijk, en in het pinksterweekend de Belgian Mountainbike Challenge in La Roche.
Op donderdagmiddag vertrokken richting La Roche. Bij aanvang van de reis nog 28 graden op de thermometer en een strak blauwe lucht. Bij aankomst waren daar nog 13 graden van over, en regende het. Gelukkig klaarde het ’s avonds weer wat op, en waren de berichten voor de vrijdag, zaterdag en zondag nog steeds goed.
Etappe 1 - 67km – 2200hm
Om renners de kans te geven nog op de wedstrijddag zelf naar La Roche te komen, was de start van de eerste etappe pas om 12:00. Omdat wij al ter plaatse waren, hadden we de eerste dag daarom alle tijd voor de gebruikelijke voorbereidingen. Op papier zou de etappe van vandaag de makkelijkste zijn. Relatief kort, en niet teveel hoogtemeters. Voor mij, en voor vele anderen, werd het een alles behalve makkelijke etappe.
Vol moraal was ik een stuk harder van start gegaan dan ik me vooraf had voorgenomen. De eerste 2 uren kwam ik prima door, maar daarna werd het snel minder. Waar ik nog de meeste moeite mee had waren de hier en daar zeer steile klimmen, zoals de muur van Borzee die zelfs 2 keer in het parcours zat. Doordat het vrij warm was en ik iets te weinig had gedronken kreeg ik wat last van kramp. Ook de relatief technische passages maakten de etappe een stuk lastiger dan ik vooraf verwacht had. Ik was al snel blij met mijn keuze voor een Continental Xking protection aan de voor- en achterkant, vanwege de vele technische passages en vele scherpe stenen. Ik heb vele tientallen renners langs de kant zien staan met lekke banden, en heb zelf 3 dagen probleemloos kunnen rijden.
Uiteindelijk kwam ik na 3:32 over de streep, op een 36ste plaats. Dat was een stuk minder dan ik verwacht had. De tussentijden lieten zien dat het tweede deel van de race een stuk minder liep dan het eerste deel. Het voordeel van een korte etappe is dat het voor het klassement relatief weinig uit maakt. Nu was ik hier niet met grote klassement ambities heen gekomen, maar het was toch een goede gedachte voor de komende dagen.
Etappe 2 - 95 km – 2350 hm
Het roadbook verraadde al dat de etappe van vandaag een snelle etappe zou worden. Dat werd het ook. Voor slechts iets meer hoogtemeters dan gisteren mochten bijna 30 extra kilometers gebruikt worden. Dat betekende dat er meer asfalt in het parcours zat, en minder steile klimmen. Het was vandaag ruim 10 graden kouder dan gisteren. De scherpe randjes waren er door de etappe van gisteren ook al een beetje af, en zo kon ik vandaag wat rustiger starten. Ik had mezelf ook vandaag weer beloofd echt rustig aan te beginnen. Gisteren was dat duidelijk niet gelukt. Vandaag wel. Na een rustige start slaagde ik er vandaag in het tempo goed vast te houden. Een power meter helpt hierbij erg. Voor de etappe van vandaag had ik een uur langer nodig dan voor die van gisteren. Het gevoel was veel beter, en het verval in vermogen vrijwel 0. Dat resulteerde dan ook in een veel betere uitslag; 18e.
Etappe 3 - 100 km – 3100 hm
De opbouw in de zwaarte van de etappes zette zich door tot en met de laatste dag. 100 kilometer en 3100 hoogtemeters. Volgens mij Garmin waren dat er uiteindelijk overigens 3300. Vandaag was niet alleen de langste en zwaarste etappe, maar ook veruit de meest technische.
Na een relatief makkelijke start snelle afdaling richting Maboge reden we via een zeer lastige klim naar Bérismenil om vanaf daar richting Houffalize te rijden. De afdaling en beklimmingen op het voormalige wereldbekerparcours luidden het begin in van nog zo’n 70 km puur genieten. Als je de afdaling op het wereldbekerparcours nog nooit gereden hebt en daar na het eerste uur aan komt is het best wel even schrikken. Hier was het serieus steil en lastig. Ook de beklimmingen op het wereldbeker parcours waren behoorlijk lastig. Na het wereldbeker parcours volgden nog verschillende lastige klimmen en afdalingen. Sommigen van deze klimmen waren geheel niet te fietsen. De afdalingen waren wel te rijden, maar ’t was wel een kwestie van heel goed opletten. De nieuwe Canyon Exceed is duidelijk een ideale XCM bike. Dat het snel klimmen is met zo’n lichte fiets is geen verrassing, maar de Exceed geeft ook berg af heel veel vertrouwen.
Vlak voordat we op de technische passage langs de rivier terecht kwamen kwam ik stil te staan doordat er een Belgische renner voor me ten val kwam. Helaas betekende dat dat ik mijn groepje kwijt was. Gelukkig kon ik het gat uiteindelijk weer dicht rijden.
In de laatste 20 kilometer moesten we even van de fiets om lopend de rivier de Ourthe over te steken. Niet diep, maar wel een nogal ongelijke bodem die het onmogelijk maakte om dat snel te doen. Na het oversteken van de Ourthe volgde een lange klim, met daarna nog een uiterst technische afdaling en een zo goed als onmogelijke beklimming. In dergelijke lange marathons of etappes veranderd er vaak in de laatste 20km nog veel in de uitslag. Ook nu was dat het geval. Doordat ik gisteren wat behoudender gereden had, kon ik vandaag tot aan het einde flink door blijven rijden. Ik kon daardoor het gehele groepje waarin ik reed nog afschudden in de laatste kilometers, en zo als 19e master over de streep komen. Uiteindelijk ben ik daarmee 12e in de categorie masters 1 (= alle mannen tm 40 jaar). Daar kan ik heel tevreden mee zijn. De echte topvorm is er nog niet, maar deze mooie meerdaagse zal er zeker aan bijdragen.
De Koningscup in Havelte. Mooi parcours, sterk deelnemersveld en een goede organisatie. Dat alles is er ieder jaar wel. Normaal gesproken ook nog mooi lente weer. Dit jaar niet. Na de winterse omstandigheden van gisteren in het Sauerland waren in Havelte de weersomstandigheden zelfs aanzienlijk slechter dan in de afgelopen wintercompetitie. En dat ruim 2 maanden later. Toch besloten gewoon naar Havelte af te reizen. Na het goede resultaat van gisteren in Sundern wel zware benen en daarom samen met Maarten vrij lang warm gefietst. Ook nog mooi het parcours even kunnen verkennen. Gisteren met een Continental Raceking achter en een X-King voor de perfecte keuze. Vandaag was 2 x RK waarschijnlijk sneller geweest. Toch besloten geen wiel te wisselen.
Zo’n 2 minuten voor het opstellen in het start vak werd de lucht zwart en kwam de volgende lading hagelstenen naar beneden. Met het gehele masters 30+ veld onder een boom staan schuilen, en precies op tijd werd het droog. Doordat ik zowel Berlicum als Oldenzaal niet gereden had mocht ik op de laatste startrij plaats nemen. Het is niet anders. De start is normaal al niet m’n sterkste punt en na een pittige marathon van 100km in de benen is m’n start natuurlijk niet beter. Als op een na laatste de eerste single track op.
Vervolgens renner voor renner wat plekjes naar voren gereden. Na een ronde of 3 waren de gaten al relatief groot en had ik al heel wat inspanningen moeten leveren om tot plek 16 te raken. De nummer 15 nog vrij ver weg, maar in het zicht. Nog een keer alles op alles om er naar toe te rijden, en dat lukte. Eerst bijna een gehele ronde bijgekomen in zijn wiel. Voor ons niet veel meer te bekennen, behalve wat achterblijvers uit het amateur veld. Achter ons ook rustig. Een paar keer van koppositie gewisseld om de last wat te verdelen en het tempo hoog genoeg te houden. Bij het in gaan van de laatste ronde kwam ik op kop te rijden. Inmiddels was de power er bij mij wel een beetje uit. Bij mijn concurrent van de dag ook. Zonder veel woorden stelde ik nog een paar keer voor om even over te nemen. Geen reactie. Zou ik ook niet gedaan hebben. Wel weer een beroerde uitgangspositie. Met de tactische misser van gisteren nog vers in mijn geheugen besloot ik vroeg aan te gaan. Aan het begin van de verzorgingspost vol gas. Nog 200 meter. Aan het eind van de verzorgingspost staand de laatste 100 meter in. Hoofd omlaag en helemaal voluit. Dat was genoeg om de veel te lange sprint te winnen en als 15de te eindigen. Het moest van ver komen, maar tevreden met dit resultaat.
De komende weken vooral wat trainingsarbeid en daarna een weekje rustig aan, om hopelijk goed in vorm aan de start te raken van de eerste etappewedstrijd van dit seizoen; de BEMC.
Alweer voor de 6de keer op rij stond voor mij de SKS marathon in Sundern-Hagen op het programma. Inmiddels dus goed bekend met het parcours, dat de afgelopen jaren weinig veranderingen heeft ondergaan. Dit jaar een paar kleine aanpassingen ten opzichte van de vorige jaren, maar nog steeds een behoorlijke racebaan, met niet overdreven veel hoogtemeters en weinig technisch spektakel. Ondanks dat vind ik dit nog steeds een mooie koers om het marathonseizoen op Duitse bodem mee te beginnen.
Op vrijdagochtend vroeg met Karen vertrokken richting Hagen, om ons daar aan te sluiten bij de familie Brouwer. Onder lente achtige omstandigheden vervolgens een stukje van het parcours verkend in korte broek en korte mouwen. Nu kon het nog. De voorspellingen voor zaterdag gaven al aan dat het op de dag van de wedstrijd een stuk minder lente zou zijn. En die voorspellingen kwamen uit. ’s Morgens tikte de regen al op het dak van de camper en bleek de temperatuur gedaald tot net iets boven het vriespunt. Mijn moraal was daarmee ook een heel stuk lager dan de dag ervoor.
Na de gebruikelijke voorbereidingen besloten op de fiets naar Sundern te rijden. Een kleine 10 kilometer. Gelukkig werd het op de fiets al snel iets warmer. Stuurbordje monteren en als een van de eersten (veel te) vroeg in het eerste startvak. Mooi op de eerste rij in ieder geval, samen met teamgenoot Frank. Toen het startschot viel wisten Frank en ik ons meteen onder de achterklep van de neutralisatie auto te positioneren, om zo mooi uit de wind de eerste kilometers af te kunnen leggen. De chauffeur leek deze rol voor het eerst te hebben, want hij reed de eerste kilometer vervelend langzaam, om vervolgens vol gas weg te rijden. Op z’n minst opmerkelijk voor een geneutraliseerde start en anders dan vorig jaar. Na het wegrijden van de auto ging het vervolgens direct hard, omdat iedereen probeerde een mooi plekje in te nemen voordat het peloton de eerste offroad stukken op zou draaien. Zelf kwam ik wat in het gedrang en ik reed zo enkele plekken achter Frank rond ongeveer plek 30 het veld in. De eerste kilometers lag het tempo hoog. Erg hoog. Zo hoog, dat de hoeveelheid kleding die ik aan had inmiddels behoorlijk in de weg begon te zitten. Ik was gekleed op winterse omstandigheden, maar kreeg het toch te warm. Ik kwam niet lekker in m’n ritme, had het gevoel geen power te hebben en slaagde er niet in naar het groepje van Frank te rijden. Ik probeerde het wel, en dat moest ik even bekopen. Ik zakte weer terug naar het groepje waaruit ik een paar minuten daarvoor was weg gereden, een flinke groep.
Zo in de loop van de eerste ronde werd de groep soms iets groter, dan weer iets kleiner. Een aantal mannen lieten het na 1 van de 2 ronden voor wat het was, en de minderheid reed door. Begin van de tweede ronde. Even snel de 2 lege bidons geruild voor 2 volle, en weer door. Inmiddels geen last meer van warmte, ook niet van kou. Al snel reed ik achterop bij Gunther Reitz, een door de wol geverfde marathon rijder. En daarmee ontstond het definitieve groepje voor ronde 2. Wij dus, de gebroeders Van Vuure van team Beukers, Daniel Paardekooper en Wim de Bruin. Er waren 3 mannen sterker dan de rest. De gebroeders van Vuure en Daniel. Die deden dan ook vrijwel al het kopwerk. Ik nam wel eens een stukje over, maar niet veel meer dan dat. Op driekwart van de tweede ronde moest Daniel de prijs voor zijn inspanningen betalen, en waren we nog met 5. Het tempo zakte niet of nauwelijks, en overnemen was er dan voor mij ook niet bij. In de laatste verzorgingspost stopten de 3 sterksten uit de groep voor noodzakelijke bevoorrading. Gunther en ik reden door. Keken aan het eind van het pad eens om, en constateerden dat we 300 meter hadden. Bij ons beiden was er twijfel. Nog een kleine 10km te gaan, met daarin onder andere de zeer steile klim van de bergsprint. Wachten dan? Toch doorgereden. We werkten redelijk samen, maar echt hard ging het niet meer. Ze kwamen dichterbij. Bovenaan de bergsprint aangekomen waren de 3 mannen, die ook goed leken samen te werken, op een kwart. Nog een behoorlijk eindje. Vol gas door rijden. Gunther nam niet of nauwelijks over. Kon ook niet meer. En toen in de laatste kilometer maakte ik een fout. Ik riep Gunter (geen idee in welke taal overigens) dat hij over moest nemen. Hij begreep me in ieder geval. Even de spanning van de benen. Maar vrijwel alleen nog maar afdalen. En waar zou ik er nu voorbij moeten? Dat was niet zo slim dus. Ik had gewoon door moeten trekken, en zou dan als 17de gefinisht zijn. Nu was het plek 18 (9de in mijn categorie). In ieder geval de 3 achtervolgers net voorgebleven, en een uitslag waar ik heel tevreden mee ben.
Tactisch en mentaal mag de finale de volgende keer nog wel wat sterker.
Na enkele opwarmertjes in de vorm van XC wedstrijden stond zondag de start van het marathon seizoen gepland. Ook dit jaar weer met de eerste marathon op Nederlandse bodem; de Hel van Groesbeek. Traditioneel staat hier een heel sterk startveld aan het vertrek, en dat was dit jaar niet anders. Veel elite renners uit de XC of CX disciplines, aangevuld met de top van de marathon discipline. Net als vorig jaar waren Karen en ik een dag van tevoren al op de plaats van bestemming. Dat is met de start om 09:30 wel zo prettig.
Anders dan vorig jaar, mocht ik dit keer wel in het eerste startvak plaatsnemen. Vorig jaar niet, en het duurde toen toch minimaal een halve ronde voordat ik al deze plekken goed gemaakt had. Na het startschot de eerste kilometer over het motorcross parcours. Hier is het echt belangrijk om een beetje voorin te zitten. De crossbaan is dan wel redelijk breed, maar er zijn maar een paar sporen die goed bereidbaar zijn. De crossbaan verliep goed en ik zat redelijk vooraan toen we het bos in draaiden. Na een paar kilometer kwam ik samen met teamgenoot Frank te rijden, in een redelijk grote groep en vlak achter Maarten. We konden het tempo goed hoog houden en bleven lang samen. Pas laat in de tweede ronde begon de groep wat uit elkaar te vallen en raakte ik een deel van de groep kwijt. De meesten achter me, en een paar man aan de voorkant.
In de derde ronde kwam ik in een mooi groepje te rijden met o.a. Jan Weevers, Niels Wubben en Marcel Lommers. Nog steeds een aardig tempo, al leek iedereen het in de laatste ronde toch steeds zwaarder te krijgen. Ik kreeg zelf al vroeg in de derde ronde steeds meer last van kramp. Zo’n 5km voor het einde moest ik helaas m’n groepje dan ook laten gaan en dat heeft me ook nog de nodige plaatsen gekost. Na 4.43 minuten kwam ik op een 36ste plek over de streep, en gezien de sterkte van het startveld ben ik daar tevreden mee. Nog meer tevreden ben ik over het verloop van de wedstrijd, en dan vooral de eerste 4 uur. De data van de power meter laat ook net iets hogere waarden zien dan in dezelfde wedstrijd vorig jaar, dus ik lijk er aan het begin van het seizoen goed voor te staan.
Nadat het nationale XC seizoen voor de meesten vorige week in Berlicum al begonnen was, stond voor mij vandaag de eerste op de kalender. Voor mij is de XC meer een bijzaak die dient als goede training voor het langere werk. Apeldoorn heeft altijd veel moois te bieden en daarom ook dit jaar weer naar het Orderbos gereisd.
Het parcours was weer ietsje anders dan afgelopen jaren. De dag van tevoren was het parcours nog volledig droog en erg snel, maar op de dag van de wedstrijd lag het er door de vele regen van de nacht en ochtend een stuk glibberiger bij. Met de vertrouwde combi van Continental Raceking achter, en Continental X-King voor toch ruim voldoende grip.
Helaas was het ook hier weer heel beperkt mogelijk om het parcours te verkennen, vanwege het volle programma op de wedstrijddag. Ik kon het parcours dus maar voor ongeveer de helft verkennen door achter de start van de masters 40+ het parcours op te gaan. Het verkennen bleek zeer nuttig, want er zaten toch wel wat listige stukjes in.
Een gedeelte dat ik niet verkend had was het bos met de modderige singletracks en de afdaling met rock garden.
Vlak na de amateurs werden de Masters 30+ weggeschoten. Met slechts 34 man aan de start toch wel een dramatisch klein startveld. Op de laatste rij starten wordt op deze manier steeds minder een nadeel, maar het is een zorgelijke ontwikkeling voor de toekomst van de XC discipline in Nederland.
Mijn startplek was dus niet zo gunstig, maar ik had de punten in Berlicum immers laten liggen. Na het startschot had ik aanvankelijk wat moeite met inklikken van m’n linker voet. Toen ook dat opgelost was kon ik al voor de singletrack een paar plekjes goedmaken.
Ook in de eerste 2 ronden schoof ik nog wat op. Normaliter kan ik gedurende de wedstrijd zo nog wel wat plekjes naar voren schuiven. Deze keer gebeurde het omgekeerde. Het niet verkend hebben van de rock garden deed me besluiten de rock garden links (nouja eigenlijk rechts) te laten liggen en de iets langere omweg te nemen.
Dat kostte me iedere ronde ongeveer 5 seconden en een flinke inspanning om dat gaatje weer dicht te rijden. In de 3de ronde sloten er zo weer een paar mannen bij me aan, die ik in de ronde daarvoor gepasseerd was.
In de laatste ronde moest ik door wat technische foutjes dit groepje zelfs nog laten gaan en zo kwam ik uiteindelijk als 16de over de streep. Niet heel slecht, maar ook nog lang niet goed genoeg en dus nog wat werk aan de winkel.
Volgende week begint gelukkig het langere werk met de altijd mooie marathon van Groesbeek!
Mark – 3 Taler marathon Titmaringhausen – 12 september 2015
Al enkele jaren een constante factor in de wedstrijdkalender. Leuk dorpje, leuk parcours en een prima organisatie. Ook dit jaar weer was de 3 Taler marathon in Titmaringhausen onderdeel van de SforZ mtb marathoncup. De finale zelfs. Om verschillende redenen had ik al een paar wedstrijden gemist, en had ik deze wedstrijd nodig om in het klassement te komen. Bovendien was deze wedstrijd het decors voor het open NK marathon, en zo dus redenen genoeg om hier weer aan de start te verschijnen.
6 september 2015
De P-weg marathon. Een begrip in de MTB marathonwereld. Deze koers stond al lang op mijn verlanglijstje, en dat was vooral om de verhalen die ik er van collega renners over gehoord heb. Een vrij typische Sauerland marathon qua parcours, maar een vrij a-typisch evenement qua beleving.
De regen van gisteren had z’n sporen nagelaten en we werden door meerdere van de vrijwilligers van de organisatie al gewaarschuwd voor een gevaarlijk parcours. De laatste afdaling zou lopend al niet te doen zijn. Hoe serieus we deze waarschuwingen moesten nemen wisten we op dat moment nog niet.
Na enkele weken van weinig tijd en energie om te trainen stond er eindelijk weer een mooie marathon op het programma. De Saarschleifen marathon is geen onderdeel van een klassement waaraan ik deelneem maar gewoon een mooie en zware marathon. De herinneringen van de extreme omstandigheden tijdens de Saarschleifen marathon van vorig jaar zaten nog vers in het geheugen. Gelukkig zouden de omstandigheden dit jaar compleet anders zijn. Met mooi weer reden Karen en ik op zaterdagochtend naar Mettlach, vlakbij de startplaats Orscholz.
De goede vorm is er wel, daar is niet zoveel twijfel over. Maar tot nu toe laat zich dat niet echt omzetten in goede uitslagen. Na een goede XC wedstrijd in Berlicum stond ik weliswaar al 2 keer aan de start van een mooie marathon, maar evenveel keren wist ik de finish niet te halen. In Groesbeek kon ik door een wat ongelukkige val niet verder. Gelukkig zonder verdere gevolgen, maar de eerste DNF was een feit.