Continental RaceKing Protection getest
De renners van het SforZ Racing Team rijden al enkele jaren op banden van Continental. Er wordt daarbij vooral gebruik gemaakt van de RaceKing en XKing, maar ook van de SpeedKing en MountainKing in verschillende uitvoeringen.
Ik kies zelf meestal voor de combinatie RaceKing Protection 2.2 aan de achterkant met XKing Racesport 2.2 aan de voorkant. Deze combinatie geeft voor mij de optimale balans tussen snelheid, lekbestendigheid en grip.
In de Transalp heb ik met een iets andere combinatie gereden: RaceKing Protection 2.2 voor en achter. Hieronder een verslag met de ervaringen.
Introductie
In de productomschrijving van de Continental RaceKing staat het volgende te lezen:
"Eerste keuze voor racers.
De Race King is een echte klassieker onder de wedstrijdbanden. Deze band is bestemd voor CrossCountry-wedstrijden en marathons en speciaal geschikt voor Hardtails en Racefullys. Een
band die overtuigt door een lage rolweerstand, een karkas met een groot volume en zeer goede dempende eigenschappen. Een profiel met de beste eigenschappen voor de frequente fietser."
In deze review aandacht voor hoe deze band het er in de (wedstrijd) praktijk vanaf brengt.
Gewicht
Voor wedstrijdrijders is gewicht altijd een belangrijke specificatie, en daarom begin ik daar mee. Van iedere band is het gewicht op internet te vinden maar de ervaring leert dat het wijs is daar niet altijd blind op af te gaan.
De Continental RaceKing Protection 2.2 heeft een gespecificeerd gewicht van 660 gram. (29er uitvoering, what else?) Nawegen van 3 banden levert 3 keer een gewicht op van 620 gram. De banden die ik had waren dus allemaal even zwaar (licht) en ruim onder het gespecificeerde gewicht. Erg netjes, want bij sommige merken is het structureel andersom. Ik heb vergelijkbare ervaringen met de XKing en met de RaceKing en XKing in RaceSport uitvoering.
Tubeless maken
Tegenwoordig rijd volgens mij iedereen z’n banden tubeless. Dit zorgt er namelijk voor dat er met een lagere druk gereden kan worden in vergelijking met gebruik van een binnenband, omdat het risico op stootlekken niet meer bestaat. Daarnaast kan er flink wat gewicht bespaard worden, zeker met de Protection banden. Daar kom ik zo nog op. Een ander groot voordeel van tubeless rijden is dat de latex ervoor zorgt dat kleine gaatjes gedicht worden zonder dat je het door hebt, en daarmee de totale kans op lekrijden een stuk lager is.
De Protection banden van continental zijn van zichzelf al vrijwel volledig luchtdicht. Dat is een bijkomend voordeel van de extra beschermlaag in de band. Gevolg hiervan is dat je – bij wijze van spreken – met een veilig gevoel op de ochtend van de wedstrijd nog even een bandje zou kunnen wisselen indien nodig. Beetje latex erin en de band is volledig dicht. Ik heb inmiddels al heel wat verschillende banden tubeless gemonteerd (ook van andere merken) en kan zeggen dat de Continental Protection banden tot de makkelijkst monteerbare banden behoren.
Een belangrijke tip:
Nieuwe Continental banden bevatten aan de binnenkant een laagje siliconen dat gebruikt wordt om ze bij productie makkelijk los te laten komen van de mal. Dit laagje is behoorlijk vocht afstotend en zit het tubeless maken wat in de weg. Voor het beste resultaat ontvet ik daarom de banden altijd even voordat ik begin. Ik gebruik daar zelf “Dasty” voor, een goede maar goedkope ontvetter van de Wibra.
Overigens zijn ook de lichtere RaceSport uitvoeringen erg makkelijk te monteren. Hierbij duurt het meestal ietsje langer voordat de wangen van de band goed dicht zijn, maar indien je de band van binnen vooraf goed ontvet gaat dat prima.
Omdat de Protection banden van zichzelf al zo luchtdicht zijn ben ik vrij zuinig in het gebruik van Latex. Latex voegt immers ook gewicht toe, en gewicht is belangrijk. Ik gebruik in geval van Protection banden daarom 80-90 ml latex. In geval van RaceSport banden ongeveer 120 ml. Het kan ongetwijfeld met minder, maar ik vind het een geruststellende gedachte om wat latex te horen klotsen wanneer ik mijn wiel heen en weer schud, zodat er voldoende latex beschikbaar is om lekken te dichten.
Prestaties
Voor onderstaande is het belangrijk om iets meer te weten over de omstandigheden waarin ik de banden gebruik. Ik rijd met de protection banden meestal met een druk van 1.5 bar voor en 1.5 bar achter, bij een lichaamsgewicht van 67kg. Dit is een iets lagere druk dan dat ik gebruik voor de RaceSport uitvoering van de banden. Voor de zelfde hoeveelheid grip en comfort moet bij de Protection uitvoering van de band de druk zo’n 0.1 – 0.2 bar lager zijn dan bij de RaceSport uitvoering. Dat komt doordat de Protection van zichzelf een stukje stugger is en daardoor bij dezelfde druk minder vervormd dan de RaceSport band.
Lekbestendigheid
Zoals in de introductie al beschreven heb ik de Transalp gereden op 2x Continental RaceKing Protection 2.2.
Waarom? Om 2 redenen:
De Transalp is tegenwoordig vrij ruig, zoals ik hier boven schreef. Wat je je daarbij moet voorstellen is lange afdalingen vol scherpe stenen, grote keien, boomwortels en allerlei andere obstakels waardoor je banden het zwaar te verduren krijgen.
Dat de banden het zwaar te verduren krijgen is na een week Transalp dan ook wel aan de banden te zien. Zie de foto hieronder. Let op; deze Raceking is niet alleen in de Transalp gebruikt maar al vanaf het begin van het seizoen (maart 2016) en zowel in alle marathons als in trainingen. Dat is dus inclusief de BEMC, de Alpentour Trophy, bijna 20 eendags wedstrijden, de Transalp en heel wat trainingsuurtjes.
Te zien valt dat de band nog niet echt versleten is, maar dat de nopjes niet zo hoog meer zijn (nagemeten in het midden van de band 1.5mm t.o.v. 2.5mm bij een nieuwe band). Wat ook te zien is op de foto is dat 1 van de nopjes compleet verdwenen is. Dit merkte ik op na de 2de etappe in de Transalp. Ik heb er de rest van de Transalp zonder problemen mee kunnen doorrijden overigens, maar ga de band binnenkort vervangen. Op de plek van de ontbrekende nop is de extra beschermlaag waar de band z’n naam aan dankt goed te zien. Deze laag is zodanig sterk dat lekrijden alleen nog in zeer uitzonderlijke gevallen gebeurt. Voor wat het waard is: 0 keren lek met deze band over de gehele levensduur. Dat is natuurlijk geen uitgebreid onderzoek, maar de band heeft zich in ieder geval in behoorlijk ruige omstandigheden prima gehouden.
Grip en Rolweerstand
De Continental Raceking wordt onder andere veel gekozen vanwege zijn enorm lage rolweerstand. Dat zorgt voor meer snelheid bij het zelfde vermogen, doordat er minder vermogen verloren gaat in wrijving. Hoe laag is de rolweerstand dan? Dat is moeilijk te zeggen want moeilijk te meten. Er zijn wel wat onderzoekjes gedaan, maar deze zijn vaak niet erg compleet. Een voorbeeld is hier te vinden:
http://www.bicyclerollingresistance.com/mtb-reviews/continental-race-king-racesport-2014
Uit dit onderzoek blijkt dat de rolweerstand aanzienlijk lager is dan bij vergelijkbare banden.
Rolweerstand en grip zijn sterk aan elkaar gerelateerd. Toch is Continental er in geslaagd een goede afweging te maken tussen grip en rolweerstand, door met de RaceKing vooral in te zetten op droge omstandigheden. In droge omstandigheden is de tractie en de grip in de bochten uitstekend. Wordt het echt nat, dan kies ik zelf vaak voor de Xking die in deze omstandigheden meer grip biedt. Als achterband kies ik eigenlijk altijd een RaceKing.
Conclusie
De Continental Raceking Protection 2.2 is voor mij de ideale (achter) band voor in vrijwel alle omstandigheden. Continental is er met deze band in geslaagd het optimum te vinden in de trade-offs tussen robuustheid, snelheid en gewicht. In wedstrijden in de Alpen of Ardennen zou ik voor het voorwiel altijd kiezen tussen een RaceKing Protection 2.2 bij droge omstandigheden of een XKing Protection 2.2 bij twijfel of natte omstandigheden. Een MountainKing geeft nog meer grip, maar zou ik zelf alleen kiezen wanneer het echt extreem wordt. In Nederlandse XC wedtrijden of marathons, of marathons in Duitsland kies ik voor de iets lichtere en soepelere XKing RaceSport aan de voorkant.