Het NK mountainbike marathon tijdens de Bart Brentjes Challenge is traditioneel de afsluiter van het mountainbike marathon seizoen. Zoals elk jaar heeft iedereen er dus al een lang seizoen opzitten en is de vraag: ‘wie is fris’? Voor mezelf was die vraag dit jaar gemakkelijk te beantwoorden. Onder andere door twee reisjes naar Azië voor m’n werk in de weken voorafgaand aan het NK en verder ook een volle agenda was ik niet veel aan trainen toegekomen. Het NK wilde ik echter toch rijden. Het blijft het NK én een mooie afsluiter en het zou zelfs goed en droog weer worden, wat redelijk uniek is voor deze wedstrijd. Vaak is het baggeren in de kou en blubber.
De dag begon minder goed dan gehoopt met een nieuwe wek-app die z’n werk niet deed zoals ik verwachtte, zodat ik bijna 1,5 uur te laat wakker werd. Gelukkig had ik alles klaargezet de avond van tevoren (inclusief het ontbijt), waardoor ik nog nét op tijd bij de start kon komen. Wel zo laat dat ik achteraan aan kon sluiten. Bij de massastart van de BBC is dat geen voordeel, maar gezien mijn ambities maakte ik me nog niet teveel zorgen. Daar had ik ook geen tijd voor, want voor ik het wist ging het startschot. Gelukkig kon ik m’n bidons en een jasje afgeven aan Mark van Schie die mij vandaag zou verzorgen.
De start en de eerste kilometers gingen eigenlijk boven verwachting goed. Ik zat redelijk vooraan mee had ik het idee en kon op ‘het grasveld’ na een smalle doorgang veel plaatsten goedmaken. Ik had wel het idee dat ik flink aan het geven was, maar goed dat hoort erbij in de eerste fase van elke marathon. Tot een kilometer of 60-70 kon ik eigenlijk nog best aanhaken bij wat snelle mannen. Niets om over naar huis te schrijven, zo rond plek 8 van de masters, maar het voelde alleszins redelijk. Dat veranderde na een keer misrijden, waarna ik achteraan een groepje een steile klim op mocht rijden. Zo voelt het dus als het lijntje breekt. Daarna de laatste 50km nog wel geprobeerd en doorgezet met als resultaat een 13de plek bij de masters 2. Mooi weer, lekker gereden, uitgereden ook en goed gevochten voor wat ik waard was. Op naar de winter.